Willemien Spook nieuwe stadsdichter Haarlem

0

Publiek kiest gedicht ‘Oever van de stad’

Uit 5 genomineerde gedichten maakte wethouder Jur Botter dinsdagavond het gedicht bekend dat de meeste stemmen kreeg van het Haarlemse publiek. Daarmee is de nieuwe stadsdichter van Haarlem bekend. Het publiek koos uit de 5 geselecteerde gedichten het gedicht ‘Oever van de stad’ van schrijver, kunstenaar Willemien Spook tot winnaar.

De stadsdichter wordt door het stadsbestuur aangesteld met de opdracht om jaarlijks minimaal 6 gedichten te schrijven. Daarnaast vervult de stadsdichter ook een ambassadeur voor de literatuur in de stad.

Willemien Spook is actief als kunstenaar en schrijft gedichten en verhalen. Zelf schrijft ze over zichzelf: “ik houd van het contrast tussen blik en parel, zilver en roest. Ik houd van lelijk, in een mooie context, of andersom.” (bron, website Willemien Spook).

Haar gedicht kreeg een ruime meerderheid van de stemmen boven de 4 andere genomineerde gedichten van Bies van Ede, Bas Belleman, Grim Bouwmeester en Gerrie Hondius.

Haarlem kiest een nieuwe stadsdichter voor 4 jaar. Het college hecht grote waarde aan het benoemen van een stadsdichter omdat het belangrijk is dat deze literaire kunstvorm zichtbaar en voelbaar is in de stad. De stadsdichter is een ambassadeur voor de literatuur, een stimulans voor Haarlemmers, jong en oud om in contact te komen met gedichten en literatuur.

Daar komt in de komende periode ook nog de samenwerking bij met het Vlaams Nederlandse Huis deBuren. Hierdoor ontstaan er kansen voor Haarlemse dichters om zich te profileren buiten Nederland en tegelijk biedt de samenwerking Haarlem nieuwe culturele impulsen.

Het winnende gedicht

Oever van de stad

Ik sta in een regen die kuiltjes tikt
aan de ringdijk, dwaze dwingeland
goedmoedig van aard en aarde
de slaap gevat als een huilend kind
op een gruizig grijs hemelbed
in een polder vol plassen en poelen

ik ben geen wind, geen dijk, geen water
ik ben voeten en handen, oren, ogen
voor R-net, flat en minaret
gebroederlijk aan de rand gezet
voel de wind die scheert langs het
Schalkwijk waarover men schampert

maar waar ik dit vind – dit alles

waar Heer Weiland zich wijdt aan
zijn koeien, hun hoofden gebogen
als ik: klein van schaamte
geen vee te zijn waar zoveel vee is
geen gras waar groots het groen en
geen vleugels waar alles vogel

een hooggeschouderde reiger
speelt Bavo aan een Spaarnesloot
het klatert goud voor wie wil horen
hoe regen zachtjes kuiltjes tikt in het
Schalkwijk waarover men schampert
en mijn hart in mijn huis is gaan wonen

Willemien Spook