Het casco van De Nieuwe Blauwe Tram A619 kwam zaterdag 10 april rond 11 uur vanuit Winkel aan in Haarlem. Het eerste deel van het nieuw gebouwde casco van ‘tweeling-tramstel’ A619/A620 arriveerde bij de werkplaats van de Stichting De Nieuwe Blauwe Tram aan de A. Hofmanweg in de Waarderpolder.
Na 72 jaar keert een tweelingstel terug in de Spaarnestad. Daarmee keerde een iconisch tramstel terug op Haarlemse bodem. Voorzitter Wim Beukenkamp en zijn grote groep van vrijwilligers hebben vijf jaar naar dit moment uitgekeken.
Bij aankomst gelijk de eerste ontsporing
Het transport was tot in de perfectie over nagedacht en verlopen. Toch bleven er uitdagingen genoeg. Eén van de zwenkwielen om het casco naar binnen te verplaatsen kwam vast te zitten in een ronde sparing in de vloer voor de beveiliging van de werkplaats. “Nog niet binnen en gelijk de eerste ontsporing riep Wim.” Het team onder aanvoering van voorzitter Wim Beukenkamp was op deze heuglijke dag niet van slag te krijgen. Even een palletpompwagen eronder, beetje duwen, sturen en naar binnen rollen maar.
Van het casco gaat een enthousiaste groep vrijwilligers gaat de komende jaren in de werkplaats van de Stichting De Nieuwe Blauwe Tram aan het werk om de tram te voltooien, samen met het tweede casco dat over enkele weken gereed is.
De A600 herleeft!
Stichting De Nieuwe Blauwe Tram reconstrueert het tweeling tramstel A619/A620, het laatst gebouwde tramstel van de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg Maatschappij (NZH) uit 1932. De A600 heeft vele jaren het beeld van de NZH bepaald en is een icoon van de Nederlandse spoorwegindustrie, in het bijzonder de firma J.J. Beijnes in Haarlem. Tot 1961 hebben de Blauwe Trams van de serie A600 een belangrijke bijdrage geleverd aan het verkeer en vervoer en de ontwikkeling van de noordelijke Randstad.
De historie van de A600’en van de NZH
Aan het begin van de jaren dertig bestelt de NZH nieuwe elektrische trams voor de lijn Haarlem – Leiden. De stoomtrams op deze lijn maken plaats voor moderne elektrische trams. De gemeente Haarlem stelt een merkwaardige eis aan normaal sporige elektrische trams: tramrijtuigen mogen niet langer zijn dan tien meter. De ingenieurs van de Haarlemse materieel fabriek J.J. Beijnes bedenken hiervoor een slimme en creatieve oplossing. Ze ontwerpen tien trams die elk zijn samengesteld uit twee rijtuigen van (circa) tien meter, maar die toch een geheel vormen. De trams hebben drie draaistellen en reizigers kunnen van de ene naar het andere rijtuig overstappen. Het zijn op dat moment de modernste gelede trams van West-Europa. De nieuwe tramrijtuigen krijgen de nummers A601/A602 tot en met A619/A620. Hiermee onderstreept de NZH nog eens dat het bij de trams om twee afzonderlijke rijtuigen gaat. Maar in feite gaat het om tien geleden tramrijtuigen.
Een fotoreportage van Foto Ad Schaap.