Op historische kaarten werden de duingebieden in Zuid-Kennemerland aangeduid als de ‘Wildernisse’. Tot ver in de 20ste eeuw werden deze gronden als schraal, onvruchtbaar en nutteloos beschouwd. Toch werd er wel veel plezier aan beleefd: de adel, Amsterdamse kooplieden en regenten kwamen er voor de jacht.
De jachtgebieden waren niet alleen voor de jachtheren interessant maar ook voor arme stropers die menig konijntje wisten te strikken, tot grote ergernis van de eigenaar van een jachtterrein. De jachtheren stelden jachtopzieners aan voor het reguleren van de wildstand, het assisteren tijdens jachtpartijen maar ook om de wildstropers te verjagen.
Op sommige dagen hadden de duinen veel weg van het Wilde Westen als de jachtopziener een stroper betrapte. Naast het actieve jagen op groot en klein wild werden op de zgn. Vinkenbaan kleine zangvogels met netten gevangen. Sommige kwamen op tafel terecht, andere werden in kooien gehouden vanwege hun prachtig verenkleed (denk aan “Het Puttertje” van Carel Fabricius, te zien in het Haagse Mauritshuis), of hun melodieuze zang.
Tijdens de lezing wordt gebruik gemaakt van historisch beeldmateriaal uit het Nationaal Archief en Rijksdienst voor Cultureel erfgoed.
Info
Huis Leyduin, Parkeerplaats: Woestduinweg 4, 2114 BG Vogelenzang Bij de ingang van Huis Leyduin (aan de zijkant) word je door de gids opgevangen
zondag 16 november 2025, 11:00 – 12:30 uur
Voor meer informatie en reserveren: www.landschapnoordholland.nl.
